B: Het belang van zintuigen bij BPK-zwemmen. 3 VOELEN

Je doet je kind een groot plezier door je in hem te verplaatsen, invoelend en aanvoelend. Een baby gebruikt al zijn zintuigen om te communiceren: zien, horen, voelen, ruiken en proeven. In mijn vorige blogs kwam lichaamstaal in het algemeen, zien en horen aan bod. In dit blog ga ik in op VOELEN.

Wat voel je aan je kind?
De spanning die je voelt in het lichaam van je kind geeft je informatie over hoe hij zich voelt. Een ontspannen lichaam geeft aan dat je kind zich op zijn gemak voelt. De spieren voelen zacht en soepel aan. Bij het zwemmen betekent dat dat een jong kindje bereid is om mee te werken aan wat je aanbiedt. Bij spanning spannen de spieren zich aan en je voelt ze hard worden. De benen en armen verstijven als het ware een beetje. Je kind is alert en geeft aan zich niet op zijn gemak te voelen en zich niet helemaal veilig te voelen. Hij zal niet meewerken aan wat je op dat moment aanbiedt maar eerder tegenwerken. Door de signalen van je kind juist te interpreteren zal je kind zich beter begrepen voelen. Het is goed om het rustig aan te doen als je spanning voelt. Probeer eerst de ontspanning te bereiken en daarna iets nieuws aan te bieden in kleine stapjes. Door te vertellen, te kijken naar anderen, het voor te doen, enzovoorts kun je je kind op zijn gemak stellen. Volg hierin het tempo van je kind. Jouw tempo ligt veel hoger en is meestal te snel voor je kind.

Wat voelt je kind aan jou?
Je ondersteunt je kind, je houdt hem of haar vast of je tilt hem of haar uit het water omhoog. De manier waarop je dat doet vertelt je kind veel over jou. Vind je het zelf spannend dan heb je onbewust de neiging om je kind steviger vast te houden. Je geeft onbewust het signaal af dat je kind alert moet zijn voor ‘dreigend gevaar’ en je kind zal daardoor ook wat meer gespannen zijn. Dit is een wisselwerking. Als je je ervan bewust bent kun je doelgericht je kind wat meer ontspannen vasthouden.

Het is belangrijk dat je de opwaartse druk van het water mee laat helpen om je kind te dragen in het water, waardoor je het juist in het water meer los kunt laten dan buiten het water. Door je kind meer ontspannen, losser te ondersteunen kun je optimaal gebruik maken van de dragende kracht van het water. Voelt je kind daarentegen dat jij het meer optilt dan het water dan went hij daaraan en hij zal zich minder prettig voelen als je hem niet meer tilt. Hij mag voelen dat jouw beschermende handen er zijn, maar die handen moeten niet meer doen dan nodig is. Vooral voor ouders die zichzelf niet veilig voelen in het water is dit een leerproces.

Voorbeeld
Het uit het water tillen van je kind is een goed voorbeeld. Als je je kind met zijn gezicht naar je toe draait kan hij jou zien en jij kunt zijn gezichtsuitdrukking goed zien. Je blijft daardoor in contact met hem, in verbinding. Je ziet en voelt of je de beweging wat langzamer moet maken of juist wat sneller kunt maken. Of je je kind wat hoger uit het water kunt tillen of juist niet zo hoog. Kraait je peuter van plezier dan kun je gerust een stapje verder gaan, de beweging wat sneller uitvoeren of je kind hoger uit het water tillen. Kijkt hij angstig uit zijn ogen en spant hij zijn spieren, dan geeft hij daarmee aan het niet zo prettig te vinden en doe je het wat rustiger aan. Het beste advies is om rustig te beginnen en je kind plezierige ervaringen te laten opdoen. Van daaruit kun je uitbouwen, steeds met kleine stapjes, goed in verbinding met je kind, invoelen en aanvoelend.

Kun jij een goed voorbeeld geven van de wisselwerking tussen jou en je kind? Laat het me weten in het commentaarveld hieronder en je krijgt een leuk peuterboekje van me.

Geplaatst in Nieuws.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *